Liquiditeitsplanning & Budget

Een liquiditeitsplanning geeft inzicht wanneer hoeveel geld wordt ontvangen of uitgegeven. Een liquiditeitsplanning geeft ook de perioden met kastekorten weer. Deze informatie kan gebruikt worden om te proberen met inkomsten en uitgaven te schuiven of ruimschoots op tijd met de bank afspraken te maken.

Het opstellen van een budget is haast nog belangrijker dan het budget zelf. In het proces van opstellen denk je na en maak je verwachtingen over de toekomst. In de loop van het jaar toets je regelmatig, bijvoorbeeld eenmaal per maand, of uitgangspunten en verwachtingen nog opgaan.

Wat is een budget? In de meest simpelen vorm een winst- en verliesrekening, een balans en een liquiditeitsplanning. Klinkt ingewikkeld echter als je een winst- en verliesrekening hebt dan volgt de liquiditeitsplanning “vanzelf”. Het opstellen van een omzet- en kostenbudget heb ik eerder beschreven. Éen opmerking: ik heb het hier over het opstellen van een budget voor kleine niet kapitaalintensieve ondernemingen. Bijvoorbeeld een budget voor een zzp’er, ambulante handel, creativeling etc..

Goed nu de liquiditeitsplanning. In het winst- en verliesbudget is geen rekening gehouden met betaaldata en belastingen. Eerst begin je met de verkoopontvangsten. Verkoop je contant dan hoef je niets te doen. Verkoop je op rekening, dan worden je facturen op of na de betaaltermijn betaald. Dus is de betaaltermijn 30 dagen, dan ontvang je betalingen van de verkopen over januari in februari. Echter sommige klanten hebben lak aan jouw factuurtermijn. Sommige retailers betalen eenmaal per kwartaal, overheden betalen nooit binnen één maand, drie is daar meer de regel. Om te kunnen verkopen moet je inkopen. Vaak koop je ook meer in, dan de individuele verkoop is. Bijvoorbeeld je moet een doos ijsjes inkopen voordat je één ijsje kunt verkopen. Deze inkopen moet meestal binnen 30 dagen betaald worden. Dus wederom de verkopen van januari, die moet je in december in voorraad nemen en daarmee in januari betalen. Uhmm, dan is ijsjes een slecht voorbeeld, echter het principe is duidelijk. Sommige kosten moeten vooraf worden voldaan. Denk aan huur en verzekeringen. Verwerk dat in je planning. Hierna verhoog je de posten, daar waar relevant, met de BTW. Tegelijk saldeer je de ontvangen en betaalde BTW per maand. In de eerste maand van ieder kwartaal moet aan de fiscus de BTW over het vorige kwartaal afdragen. Schrik niet als je BTW terugkrijgt. Bij sterke seizoensinvloeden kan dit het geval zijn. Nu resten nog twee stappen. Ten eerste vul aan het begin en eind van iedere maand je verwachte banksaldi in. De tweede stap is controleren of je ergens aan het eind van de maand rood staat. Is dat het geval, bereken eerst in welke week of weken van de maand het probleem zich voordoet. Kijk vervolgens of je door met uitgaven schuiven het probleem kan verhelpen. Mogelijk kunnen jouw afnemers eerder betalen. Mocht dit niet lukken, informeer zo snel mogelijk of je een rekening courant-faciliteit met de bank kan afspreken.

Goed mocht je ondertussen in mijn uitleg verdwaald zijn, dan kan ik je hiermee helpen. Bel of email mij dan. Kijk ook eens bij mijn services. Dan krijg je een idee van de kosten.

Omzet- en kosten budget

In een omzet- en kosten budget worden de verwachte inkomsten en uitgaven van de onderneming geschat. Het opstellen van een budget is haast nog belangrijker dan het budget zelf. In het proces van opstellen denk je na en maak je verwachtingen over de toekomst. In de loop van het jaar toets je regelmatig, bijvoorbeeld eenmaal per maand, of uitgangspunten en verwachtingen nog opgaan.

Wat is een budget? In de meest simpelen vorm een winst- en verliesrekening, een balans en een liquiditeitsplanning. Klinkt ingewikkeld echter als je een winst- en verliesrekening hebt dan volgt de liquiditeitsplanning “vanzelf”. Met enig gepuzzel kan uit de omzet- en kosten budget en liquiditeitsplanning de balans worden verkregen. Één opmerking: ik heb het hier over het opstellen van een budget voor kleine niet kapitaalintensieve ondernemingen. Bijvoorbeeld een budget voor een zzp’er, ambulante handel, creativeling etc..

Eerst de winst- en verliesrekening. Ik werk altijd van groot naar klein. Dus eerst een jaarbudget en vervolgens maandbudget. Start met de jaarverkopen per productcategorie. Trek hier de inkopen (ten behoeve van de verkopen) vanaf. Je houdt nu jouw brutomarge (ook wel toegevoegde waarde genoemd) over. Vervolgens trek hier alle vaste bedrijfskosten vanaf. Denk hierbij aan huur, verzekeringen, energie, afschrijvingskosten en vast personeel. Sla de afschrijvingskosten van jouw investeringen, b.v. computers en auto, niet over. Trek hier vervolgens de variabele bedrijfskosten vanaf. De variabele kosten zijn bijvoorbeeld tijdelijk personeel, reiskosten, verkoopkosten, marketing. Dus eigenlijk alle kosten die “meebewegen” met je verkopen. Als laatste reken je de financieringslasten uit. Je houdt nu de winst over. Vervolgens verdeel je de jaaromzet en -kosten naar de maanden. Houdt rekening met vakantie’s en seizoensinvloeden. In de zomer gaat iedereen met vakantie. Zit je in de consumentenmarkt denk ook aan feestdagen en warm weer. Dit alles heeft gegarandeerd invloed op je omzet. Je hebt nu een budget waarmee je redelijk je onderneming kan sturen. Je kunt nu per maand controleren of je omzet volgens budget verloopt. Is dit niet het geval, dan kun je kijken of je variabele kosten met de omzet “meebewegen”. Heb je negatieve afwijkingen, kijk dan waar het fout gaat. Is het geen incident, bijvoorbeeld inhuur personeel vanwege ziekte vast personeel, neem onmiddellijk maatregelen.

Goed mocht je ondertussen in mijn uitleg verdwaald zijn, dan kan ik je hiermee helpen. Bel of email mij dan. Kijk ook eens bij mijn services. Dan krijg je een idee van de kosten.