Copyright

Op internet lijken creatieve uitingen vogelvrij. Iedereen die teksten, foto’s, tekeningen, ontwerpen op internet plaatst heeft met kopieergedrag te maken.  Mag dat kopiëren zomaar? Het antwoord is dubbelzinnig “nee”. Indien de copycat daarop wordt aangesproken is de reactie vaak “ik dacht dat je het leuk vond”,”moet je het maar niet op internet zetten want dan is het vrij”, “ik kon de eigenaar niet vinden” of “jouw site krijgt er meer bezoekers door”.  Kortom je moet niet zeuren maar blij zijn. Dan nu jouw rechten.

De maker van oorspronkelijk werk is zonder beperking automatisch eigenaar  van de intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrecht en dus ook copyright. Dit recht hoeft niet geclaimd te worden. Nu niet meteen de denkbeeldige knuppel uit de kast pakken om die irritante kopieerder figuurlijk om de oren te slaan. Want aan dit ogenschijnlijk absolute eigendomsrecht zitten toch wel een paar beperkingen. Om te beginnen het citaat-recht. Er mag uit oorspronkelijk werk geciteerd worden. De grens tussen kopiëren en citeren is (voor mij) niet altijd even duidelijk. Juridische interpretatie is dan noodzakelijk. Ook mag een oorspronkelijk werk voor thuisgebruik gekopieerd worden. Dit betekent niet dat eindeloos kopieën onder familie en vrienden mag worden uitgedeeld. Een aardige bijvoorbeeld is een foto op internet van een thuissituatie waarop een thuiskopie is te zien. De rechthebbende kan op grond van deze publicatie een vergoeding eisen. Een thuiskopie verkopen is helemaal uit den boze. Wat wel en niet mag, dus wat jouw rechten zijn, staat helder op deze blog uitgelegd. De juridische dame achter deze blog kan ook om raad gevraagd worden.

Nu wil jij je recht halen. Jouw intellectueel eigendom is zonder instemming of billijke vergoeding gebruikt. Om te beginnen de billijke vergoeding. Ook in dit stadium moet de gevraagde vergoeding in verhouding tot het gebruik zijn. Dus als jouw foto op een website is gebruikt, wordt je daar normaliter geen miljonair van. De vergoeding mag wel stevig zijn. Dus eerst maan je schriftelijk dat de kopieerder het gebruik moet stoppen. En dan nu de vergoeding. Een blog met 10 bezoekers is de inspanning van een factuur zeker niet waard. Daarin tegen bijvoorbeeld een lifestyleblog met vele 10.000en bezoekers. Dit is een ander verhaal. Deze kan gevraagd worden om een billijke vergoeding te betalen. Ik ben van de school eerst een factuur sturen met twee regels en daarna eventueel verder praten. Één regel met de billijke gebruiksvergoeding en één regel met door jouw gemaakte normale kosten(urendeclaratie) tot op dat moment. Deze factuur kan het normale incassotraject volgen. Het is verstandig deze aanpak in je leveringsvoorwaarden ( te vinden op je website) op te nemen. O ja en vergeet niet het geconstateerde gebruik veilig te stellen (schermafdruk).

Nu bestrijd de kopieerder jouw eigendomsrechten (want er is bijvoorbeeld geciteerd). Ga je dan juridisch je gelijk proberen te halen? Hier stokt het bij de meesten. Je bent één pitter, de bedrijfsinkomsten zijn niet heel hoog en een juridische verzekering is te duur.  Goede raad is dan duur.Maak een economische afweging. Wat brengt deze inspanning en risico jouw in de toekomst op? Is dit positief, kun je het betalen? Is dit ook positief, wil je zoveel negatieve aandacht aan iets uit het verleden besteden? Kortom wees verstandig en denk het goed door. Echter als je besluit om door te pakken, doe dat zeer kordaat en zonder twijfel. Straal dit ook uit.

 

Netwerk-effecten

Stel je bent techneut. Stel je hebt een grandioos idee. Je gaat een nieuwe techniek ontwikkelen waarmee je de wereld verder helpt. Klinkt goed nietwaar? Nu de weerbarstige praktijk.

Je bent zeer goed in je vak. De proof-of-concept werkt boven verwachting. Met de proof-of-concept ga je bij een paar potentiële klanten langs. Iedere klant vindt het prachtig, ziet er de toepassingen van. Echter je proeft een zekere weerstand om de techniek in de toekomst te gaan gebruiken. Dit is het moment waarop het verstandig is te onderzoeken of er sprake is van netwerk-effecten.

Wat zijn netwerk-effecten? Een voorbeeld uit de consumentenmarkt. Iedereen, echt iedereen koopt windows personal computers. Natuurlijk er zijn twee groepjes die weerstand bieden: De Apple– (voor het mooi) en de Linux-kopers (de geeks en nerds).

Waarom overheerst windows de pc-markt? Dat is het gevolg van sterke netwerk-effecten. Onder ander door het netwerk effect van lock-in. Als jongeling hadden wij thuis een windows computer. Ik weet dus van jongs af aan hoe windows en bijbehorende programmatuur werkt. Ook al ziet Apple er nog zo goed uit, ik zal de software van Apple moeten leren gebruiken. Dit betekent extra inspanning (leereffect). Het zal duidelijk zijn, mijn bekendheid met windows zorgt voor een mentale lock-in.

Hoe heeft Microsoft dit bereikt? Toen zij met hun eerste product op de markt kwamen, waren er technisch superieure producten beschikbaar.  Toch is Microsoft de allergrootste geworden. Het is eigenlijk heel simpel. Dankzij de marketinginzichten van Bill Gates was Microsoft in de begindagen van de pc in no time de allerbelangrijkste operating systeem leverancier. Na die begindagen was Microsoft de marktleider. Een pc zonder het O.S. van Microsoft betekende dat je letterlijk digitaal geïsoleerd was.  De meeste klanten kochten “gewoon” een windows-pc. Wel zo veilig.

Kijk om je heen. We worden omringd door netwerk-effecten. Soms de facto, soms door de overheid (standaardisatie!) afgedwongen. Het heeft vele voordelen. Daar tegenin gaan is geen sinecure. Vaak is het een kwestie van lange adem en diepe zakken (elektrische auto’s). Betekent dit dat nieuwe techieken voor een hopeloze taak staan? Nee, wie kent Mosiac of Netscape Navigator en Harvard Graphics nog? Microsoft heeft deze marktleiders op het gebied van browsers en presentatie door hun game changing tactiek weggevaagd.

De les die geleerd moet worden is dat de introductie van producten gebaseerd op nieuwe technologie zorgvuldig gepland moet worden. Feedback van (potentiële) klanten is cruciaal. Slim zijn. Soms is een stap achteruit pure winst.

Voor vragen kun je mij altijd bellen of mailen.

 

Kansen

Voor mij is 2015 het jaar van de barista. In veel steden zie ik overal koffietentjes met hippe mensen uit de grond schieten. Zelfs empty nesters van 55 jaar beginnen nu een koffietentje. Je vraagt je wel eens af, hoeveel koffie de moderne stadsmens kan verdragen. Moet je daarom geen koffietent meer openen? Geen idee. Hangt van de lokale vraag af (zegt de ondernemer).  Eerst marktonderzoek doen, dus.

Schoenmakers hebben last van globalisatie. Het is namelijk goedkoper om nieuwe schoenen uit China te kopen dan de oude schoenen lokaal te laten repareren. Maar ja, de koers van de renminbi stijgt. Is het nu wel lonend om schoen reparateur te worden?

Het tekort aan geschoolde handen aan de patient in de zorg stijgt snel. Buurtzorg heeft bewezen dat er een markt voor goed opgeleide en gemotiveerde zorg professionals is.  Bij tandartsen en fysiotherapeuten zie ik tot tevredenheid van afnemers specialisatie en professionalisering binnen de maatschappen. Kunnen verpleegkundigen en overige therapeuten hiervan leren en zich als ondernemer een plekje op de zorgmarkt toe-eigenen?

De deeleconomie komt nadrukkelijk op. Sommige steden zuchten onder AirBnB. Gereedschap kan geleend worden. Auto’s gedeeld. En de rest? Wie heeft goede ideeën, wie maakt er een app voor?

Wie kent de (verhalen over) Bitcoin niet. Wel eens van de “blockchain” gehoord. Blockchain is het grootboek van de Bitcoin. Uit defensief oogpunt duiken grootbanken momenteel massief op de blockchain-mogelijkheden. De grootbanken leven nog in het pre-crisis tijdperk van credit-, debt-card en gegarandeerde prestatiebonussen. De blockchain lijkt mij nu bij uitstek nieuwe hightech waarmee (een netwerk van) kleine ondernemingen groot succes kunnen behalen. Wie kan de combinatie wiskunde, informatica en vertrouwen laten samenkomen?

 

Wat kost een auto?

Zakelijkheid en rationaliteit zijn bij het onderwerp auto vaak afwezig. Een auto is één en al belevenis. Geen onderwerp met meer emotie dan een auto. Echter objectief gezien is een auto een vervoersmiddel. Vervoer wat jouw persoon van A naar B brengt. Er zijn veel modaliteiten van vervoer. Iedere modaliteit heeft voor- en nadelen. Afhankelijk van je vervoersbehoefte variëren de kosten per vervoersmodaliteit. Bij ondernemen moet uiteraard niet alleen naar de kosten worden gekeken. De opbrengst en bijhorende marge is nog belangrijker. In deze post wordt kritisch naar autokosten gekeken.

De kosten van een auto kunnen worden onderverdeeld naar vaste, variabele en niet-meetbare kosten.  Wat betreft kostenbepaling is het onderscheid tussen vast en variabel niet heel belangrijk. Echter jonge ondernemingen zitten vaak niet ruim in hun vrije liquide middelen. En dan zijn de vaste kosten (= investering) heel relevant.

Een auto vergt een investering, altijd! Dit is goed zichtbaar bij aanschaf. Vele euro’s worden tegen een auto geruild. Echter ook leasing is een investering. In de meest eenvoudige vorm is een autolease de aanschaf van een auto en bijhorende lening om de auto te kunnen aanschaffen. De leasetermijn bestaat dan uit de overeengekomen aflossing en rente van de lening. Uiteraard kan de rente van de winst worden “afgetrokken”. Eventueel komt hier de fiscale bijtelling voor privé-gebruik nog bij.

Dan de variabele kosten: Verzekering, wegenbelasting, brandstof, onderhoud, schadeherstel, wassen, boetes (zijn niet fiscaal aftrekbaar) en parkeergelden. Misschien zijn er nog wel meer.

Alle kosten behalve boetes kunnen fiscaal van de winst worden afgetrokken. Echter de fiscus maakt niet alle kosten “goed”. Minimaal 48% van de aftrekbare kosten zal de ondernemer zelf moeten opbrengen.

Dan zijn er nog de niet-zichtbare kosten. Ieder uur dat je auto rijdt is niet effectief. Natuurlijk kun je bellen (hands free!). Echter de kwaliteit van die gesprekken is meestal niet hoog. Autorijden is soms hard werken (zeker file rijden). Is het zeker dat het klantcontact daardoor niet negatief beïnvloed wordt? Er zijn ook afnemers die kijken in welke auto hun leverancier komt. De factuur van de Porsche-rijdende monteur gaf regelmatig aanleiding tot opmerkingen van de klant. En toch was de Porsche een zelf-betaalde hobby van betreffende medewerker. Dit stak hij zeker niet onder stoelen of banken. Met een middenklasse bedrijfsauto voor de monteur  was het “gezeur” van de klanten meteen over.

De geldbedragen van genoemde kosten zijn per auto en individu verschillend. B.v. als je veel kilometers per jaar maakt zal de auto in drie tot vier afgeschreven kunnen zijn. De incidentele rijder kan soms zonder probleem 10 jaar de auto gebruiken. Maak je veel schade dan zijn de posten herstel en verzekering relatief hoog. Daarnaast zijn er nog niet-meetbare kosten. Het bepalen van deze kosten ligt zeer gevoelig. De hoogte van de niet-meetbare kosten is meestal ook niet spijkerhard. De niet-meetbare kosten zullen in overleg benaderd moeten worden. Kortom voor een goed inzicht moeten de totale autokosten individueel bepaald worden.

De opbrengsten van een auto komen later aan bod.

Bank start-up

Zo nu en dan komt er een start up voorbij waarbij je de kansen gelijk voor je ziet. Vandaag zag ik Bunq .  Bunq is een IT-bedrijf met een banklicentie. Geen loodzware bankgeschiedenis, geen overbodig kantorennetwerk, schaalbaar en de groei is beheersbaar.

Voorlopig een zeer overzichtelijk dienstenpakket namelijk 1 betaaldienst, hun doelgroep zijn de early adaptors. Kortom een potentiële betonblok in de bankenvijver.